LIED VOOR INEKE

Hoezeer heb ik je liefgehad,
    o Ineke Chardon!
Weer zo verliefd te zijn als toen -
    ik wou dat ik het kon.

Mijn eerste liefde was je niet,
    maar ook al vroeg ik haar
die voor jou was ten huwelijk -
    toen was ik pas zes jaar.

De eerste maal dat ik je zag
    was ik een jaar of elf.
Wat liep ik graag met je naar huis!
    Enfin, dat weet je zelf.

En in mijn vaders woordenboek
    heb ik snel opgezocht
wat of die vreemde achternaam,
    toch wel beduiden mocht.

Het was het Frans voor distel en
    dat stelde mij teleur.
Dat het een plant was vond ik best,
    maar graag iets meer grandeur.

Toch raakte ik er op den duur
    vertederd aan gehecht.
En eens zou blijken: deze naam
    was lang nog niet zo slecht.

We volgden middelbare school
    elk in een andere stad,
maar 's zondags zag ik hoe jij
    in een kerkbank voor mij zat.

En toen ik vijftien, zestien was
    is elk van ons verhuisd.
Sindsdien hebben ons beider wegen
    elkaar lang niet gekruist.

Mij werd de reden duidelijk
    dat jouw naam distel was:
herinnering aan jou werd pijn,
    die traag, heel traag genas.

Nog jaren lang heb ik verlangend
    aan jou terug gedacht.
En als mij in een kroeg dan weer
    een biertje werd gebracht

keek ik of er He-ineke-n
    op het viltje stond gedrukt.
Zo ja dan had ik H en e
    en n snel afgeplukt.

Zo ging het tot ik eindelijk
    volwassen werd en wijs.
Ik drink allang geen bier meer -
    meestal sterke drank met ijs.