Vrolijkheid

Met veel genoegen open ik dit vierde deel van Diversen, poëzie van Leo van Zanen.

De vrolijkheid van veel van zijn observaties komt wel het sterkst uit in wat hier gebundeld is. Zelf geeft Van Zanen bijvoorbeeld toe dat het schrijven van limericks voor hem de leerschool is geweest in de vormvastheid die ook in zijn andere gedichten te vinden is, hoeveel serieuzer soms van toon.

Het zal, zeker na lezing van deze bundel, geen verrassing zijn dat het publiek bij zijn optredens vaak vraagt om een toegift.
U hebt natuurlijk voorkeur voor zijn meer serieuze werk, maar u zult toch ook voor de volledigheid kennis willen nemen van deze vorm van creativiteit.

En mocht u, in een moment van buitensporige eerlijkheid ten opzichte van uzelf, bedenken dat u eigenlijk nog het meest genoten hebt van deze bundel: ach, niets menselijks is u vreemd.

Hans Kroon