NAAR DE MARKT
(T.g.v. de gelijknamige tentoonstelling boetseren van Marja Thijssen, bibliotheek Almere Haven, 2013)

Waar kramen in een rij zijn opgesteld
staan kooplieden hun waren uit te venten,
die, naar een kenner mij laatst heeft gemeld,
afkomstig zijn van alle continenten.
Hier komen klanten (neenee: geen cliƫnten)
om boodschappen (niet: inkopen) te doen -
jong, oud, analfabeten en studenten.
U weet dus waar u heen kunt met uw poen.

De verkopers dan wel hun assistenten
bejegenen u met beroepsfatsoen:
Zoekt u rozijnen of misschien toch krenten?
Wilt u een vijg of liever een limoen?
Houdt u van kip of eerder van kalkoen?
Weer tarwebrood of deze keer eens spelt?
Een mooie bloem? Hoe vindt u die pioen?
U weet dus waar u heen kunt met uw geld.

Van boom of struik, uit water, van het veld,
exotisch of gewoon, gerijpt of groen,
op bordjes van een opschrift vergezeld,
altijd dezelfde weekdag, elk seizoen.
Er wordt geschreeuwd, gejodeld en geyelld,
toch ziet men zelden op de markt agenten.
Hier pleegt men hooguit wat vocaal geweld.
U weet dus waar u heen kunt met uw centen.

Zoekt u pompoensap, drakevrucht, pimenten,
Zuidfranse kaas, een fietsbel, zoomkatoen,
of is het koopzucht die uw hart beknelt?
De markt wacht op uw poen, uw geld, uw centen.

---