HET WONDER VAN LEIDEN
(Welkomstgedichten voor gasten in een maandelijkse reeks gesprekken over poëzie, in eet-, drink- en kunstlokaal 'Vooraf en toe' in Leiden, seizoen 2013-2014)

JAAP MONTAGNE

Wil hem eens goed aanschouwen -
een man van Leidschen bloed;
hem zien is hem onthouwen -
een dichter met een hoed.
In zijn gedichten kan je
zien wat hem inspireert:
stadsdichter Jaap Montagne,
Jaap, welkom. Zeer vereerd.

---

PINK MELTZER

Naar bed, naar bed, zei Duimelot.
Eerst een gedicht, zei Likkepot.
Gedicht van wie? vroeg Lange Jan,
Van een van ons, zei Ringeling
Laat mij maar! riep het Kleine Ding.

Dat kleine ding noemt zich nu Pink,
zij is nu groot en sterk en flink.
Nog altijd schrijft ze graag gedichten.
We gaan de microfoons en lichten
op deze dichterette richten.

---

HANS VAN DER VEEN

Je wilt iets schrijven maar er staat
ineens iets anders dan je dacht;
of als je spreken wilt dan gaat
je mond zijn gang op eigen kracht.

Verschrijving en verspreking,
bekend bij iedereen.
Maar wat is een vertaling?
Voor een begripsbepaling
vroeg ik eens om mij heen
en hoorde bij herhaling
de naam Hans van der Veen.
Vanmiddag is hij hier mijn gast.
Een klein applaus lijkt mij gepast...

---

HAN RUIJGROK

Waar ooit koning Saul gespaard werd
Redde Mohammed een spin.
Bij de schat van Ali Baba
lag de lamp van Aladin.
In Efeze sliepen mannen
voor tweehonderd jaren in.
En bij Lourdes heeft Maria
zich vertoond aan een boerin.

Grotten bevatten vaak kostbare schatten,
godsdienst en sprookjes getuigen ervan.
Ik ben van plan om vanmiddag te zoeken
naar het geheim van de grotten van Han.

---