CALAIS (1)
(where giants meet)

Na tweeëntwintig dagen vanuit Aken
per taalgrens lopend in Calais geraken.
Hier licht ik aan het strand mijn hoed beleefd
waar captain Webb een ereteken heeft:
die stak eertijds al zwemmend vanuit Dover
in nog geen tweeëntwintig uren over.

---

CALAIS (2)

De stalen, stille kranen staan op wacht.
De lage, bleke zon verzamelt kracht.
Een veer naar Engeland is uitgevaren.
Er wordt een zeil gehesen op een jacht.

De straten spiegelen, nat van de nacht.
Een man staat van een brug omlaag te staren.
Van ergens klinkt een meeuw die manisch lacht.
Calais, maart, zondagmorgen, kwart voor acht.

---