⇧
⇦
|
3. Noach
De laatste mens die Adam had gekend
moest eerst zijn overleden, zat van dagen,
voor God de sluizen van het firmament
ontsloot om wat niet goed was weg te vagen.
5] Pas na tien maanden viel de aarde droog
en liet zich nogmaals scheiden van het water.
Hoog aan de hemel stond de regenboog
als een belofte van 'nooit weer' voor later.
Toen Noach zich daarop met zijn gezin
10] ontscheept had, en vervolgens alle dieren,
vond hij het passend bij dit nieuw begin
om, net als Adam ooit, te gaan tuinieren:
daar, op de zuidflank van de Ararat,
wuift veelbelovend reeds het druiveblad.
---
|
Noten bij 'Drie oudvaders' sonnet 3: Noach (Genesis 5:29-9:29)
1 laatste mens die Adam had gekend
Volgens de rekenkundige gegevens was Noach de eerste der oudvaders die geboren werd na de dood van Adam (14 jaar erna).
2 zat van dagen
Bijbelse uitdrukking voor leeftijd om te sterven, voor het eerst gebruikt bij Izak (Genesis 35:29)
3-4 de sluizen … weg te vagen
Parafrase van ‘sluizen des hemels’ (Genesis 9:11) en ‘verdelgen al wat bestaat’ (Genesis 7:4)
6 liet zich nogmaals scheiden
Verwijst naar het scheppingsverhaal, waarin geschreven staat ‘dat de wateren van onder de hemel vergaderd worden, en dat het droge gezien worde’ (Genesis 1:9).
8 als een belofte
God wijst Noach op de regenboog als een verzekering dat ‘de wateren zullen niet meer wezen tot eenen vloed, om alle vleesch te verderven’ (Genesis 9:15)
12 net als Adam ooit
Verwijst naar het scheppingsverhaal waar God tot Adam zegt ‘Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de gansche aarde is’ (Genesis 1:29)
13 Ararat
De berg waarop de ark van Noach bleef steken toen de zondvloed een einde nam (Genesis 8:4).
14 druiveblad
Noach ‘begon een akkerman te zijn, en hij plantte eenen wijngaard’ (Genesis 9:20)
--- |
⇨
|