IN DE TRANT VAN OEMAR CHAJJAM
HIJ werpt haar oude brieven, lang bewaard,
tenslotte toch maar in de open haard.
Hij kijkt hoe wild de vlammen ermee spelen
en weet dan niet meer in welk vuur hij staart.
---
WAT pocht u op uw leven, laag of edel?
Eenmaal speelt ook voor u de dood zijn vedel.
Zoals wij rondgaan over deze aarde
zo gaan de wormen straks over uw schedel.
---
OOIT lokte hem haar onvoorspelbaarheid.
Wat volgde overdenkt hij nu met spijt.
De dof geworden ring is aan zijn vinger
een slang die zich de staart tot bloedens bijt.
---