⇧
⇦
|
Guillaume Apollinaire, BESTIAIRE
Le Dromadaire
Avec ses quatre dromadaires
Don Pedro d’Alfaroubeira
Courut le monde et l’admira.
Il fit ce que je voudrais faire
Si j’avais quatre dromadaires.
La Carpe
Dans vos viviers, dans vos étangs,
Carpes, que vous vivez longtemps !
Est-ce que la mort vous oublie,
Poissons de la mélancolie.
Le Paon
En faisant la roue, cet oiseau,
Dont le pennage traîne à terre,
Apparaît encore plus beau,
Mais se découvre le derrière.
L’Écrevisse
Incertitude, ô mes délices
Vous et moi nous nous en allons
Comme s’en vont les écrevisses,
À reculons, à reculons.
|
BESTIARIUM
De dromedaris
Met zijn vier dromedarissen
trok hij de wereld rond:
don Pedro d'Alfaroubeira.
Had ik vier dromedarissen
dan deed ik het hem na.
De karper
In hun poelen, in hun vijvers
worden karpers vaak heel oud,
droef gestemd, omdat het lijkt
alsof de dood niet van hen houdt.
De pauw
De pauw sleept met zijn staart
gewoonlijk in het rond,
en als hij hem trots opsteekt
staat hij in zijn blote kont.
De kreeft
Ik overpeinsde mijn bestaan
en ben zo op de kreeft gestuit:
mijn levensvreugde, net als hij,
loopt achteruit, loopt achteruit.
|
⇨
|